Gevarieerde flora

Het gebied met de meest interessante flora is het hooiland met de tussenliggende slootjes. Dit gebied ligt laag en is nat. Er komt oud en ijzerrijk kwelwater naar boven, waardoor het potentie heeft voor bijzondere plantengroei. Zulke kwelrijke hooilanden zijn heel zeldzaam geworden. Veel oude hooilanden zijn ofwel bebouwd ofwel ontwaterd voor intensieve landbouw. Deze gronden zijn van oudsher zo nat dat boeren ze alleen konden gebruiken om het gras in de nazomer te maaien en het hooi te oogsten. Door dit jaarlijks maaien en afvoeren van maaisel werd de bodem langzaam armer. In de natuur geldt: hoe armer de bodem, des te rijker de vegetatie.

Waterviolier

Kattestaart

Dotterbloem

Lange ereprijs

Grote_ratelaar-rszd

Grote ratelaar

Klik op de foto’s om te vergroten.

Toen het gebied in onze handen kwam, hebben we het oude hooilandbeheer van maaien en afvoeren, weer opgepakt. Zo hopen we langzaam maar zeker de rijkdom aan planten te vergroten. En we zien na een paar jaar al mooie resultaten. De vegetatie wordt al langzaam lager (minder biomassa). Bovendien is er een soort teruggekomen die een goede indicator is voor vochtige hooilanden: de grote ratelaar.

Hooilanden, waaier van kleuren

De aaneengesloten oppervlakten pitrus zijn aan het verdwijnen. De lange ereprijs komt in Nederland vrijwel alleen in het Dommeldal voor. Deze bijzondere soort voelt zich ook goed thuis in de Dommelbimd. De smalle slootjes tussen de hooilanden staan in het voorjaar vol met de prachtig bloeiende waterviolier.

Verder verandert de kleur van de hooilanden voortdurend in de loop van het jaar. Dat komt vooral door de opeenvolgende bloei van onder andere echte koekoeks-, pinkster- en boterbloemen in het voorjaar. In de zomer bloeien vooral kattenstaart, koninginnekruid, kale jonker en echte valeriaan.

Het moerasachtige verborgen gebiedje aan de oostkant kenmerkt zich in het open zeer natte grasland met onder andere de groei van drie verschillende zeggesoorten: tweerijige zegge, scherpe zegge en blaaszegge.

De hobbelige begraasde weilanden herbergen geen heel bijzonder soorten, maar kleuren het hele jaar volop. Daarvoor verantwoordelijk zijn ‘gewone’ planten die we in de gangbare boerenweilanden nauwelijks meer aantreffen, zoals pinksterbloemen, boterbloemen en klaver.